scispace - formally typeset
Search or ask a question

Showing papers by "Geert-Jan Dinant published in 2003"


Journal Article
TL;DR: Most symptoms and signs traditionally associated with pneumonia are not predictive of pneumonia in general practice, but a prediction rule for low-risk patients, including a CRP of < 20, can considerably reduce unjustified antibiotic prescribing.
Abstract: BACKGROUND: Diagnostic tests enabling general practitioners (GPs) to differentiate rapidly between pneumonia and other lower respiratory tract infections (LRTIs) are needed to prevent increase of bacterial resistance by unjustified antibiotic prescribing. AIMS: To assess the diagnostic value of symptoms, signs, erythrocyte sedimentation rate (ESR), and C-reactive protein (CRP) for pneumonia; to derive a prediction rule for the presence of pneumonia; and to identify a low-risk group of patients who do not require antibiotic treatment. DESIGN OF STUDY: Cross-sectional. SETTING: Fifteen GP surgeries in the southern part of The Netherlands. METHOD: Twenty-five GPs recorded clinical information and diagnosis in 246 adult patients presenting with LRTI. Venous blood samples for CRP and ESR were taken and chest radiographs (reference standard) were made. Odds ratios, describing the relationships between discrete diagnostic variables and reference standard (pneumonia or no pneumonia) were calculated. Receiver operating characteristic analysis of ESR, CRP, and final models for pneumonia was performed. Prediction rules for pneumonia were derived from multiple logistic regression analysis. RESULTS: Dry cough, diarrhoea, and a recorded temperature of > or = 38 degrees C were independent and statistically significant predictors of pneumonia, whereas abnormal pulmonary auscultation and clinical diagnosis of pneumonia by the GPs were not. ESR and CRP had higher diagnostic odds ratios than any of the symptoms and signs. Adding CRP to the final 'symptoms and signs' model significantly increased the probability of correct diagnosis. Applying a prediction rule for low-risk patients, including a CRP of < 20, 80 of the 193 antibiotic prescriptions could have been prevented with a maximum risk of 2.5% of missing a pneumonia case. CONCLUSION: Most symptoms and signs traditionally associated with pneumonia are not predictive of pneumonia in general practice. The prediction rule for low-risk patients presented here, including a CRP of < 20, can considerably reduce unjustified antibiotic prescribing.

226 citations


Journal ArticleDOI
TL;DR: Insight is gained into general practitioners' test-ordering behavior for patients presenting with unexplained complaints to gain insight into GPs' desire to understand complaints and patients' expectations seem to have impacts.
Abstract: Objective. To gain insight into general practitioners' (GPs) test-ordering behavior for patients presenting with unexplained complaints. An unexplained complaint's symptoms are not alarming, and there is no plausible medical or psychosocial explanation for it. The Dutch College of General Practitioners (DCGP) recommends a watchful, waiting attitude for test ordering for unexplained complaints. Methods. Observational, cross-sectional study of 567 doctor-patient consultations performed by 21 GPs. Results. On average, 13% of consultations involved complaints considered unexplained by GPs. Unexplained complaints were positively related to test ordering (adjusted odds ratio [OR] = 2.4, 95% confidence interval [CI] 1.1-5.3), despite the DCGP's recommendation. Patients' expectations about testing influenced test ordering even more (adjusted OR = 4.1, 95% CI 2.2-7.6). Discussion. Unexplained complaints happen daily in general practice. Besides the DCGP's recommendation, factors such as GPs' desire to understand c...

98 citations


Journal ArticleDOI
01 Jun 2003-Stimulus
TL;DR: De veronderstelling is dat een cognitief-gedragsmatige behandeling in de acute en subacute fase van schouderklachten kan voorkomen dat onjuiste cognities en ongewenst pijngedrag ontstaan die het verder herstel kunnen belemmeren.
Abstract: Op dit moment is het nog onduidelijk of cognitief-gedragsmatige behandelingen effectief zijn bij de preventie en behandeling van chronische schouderklachten. Mogelijk dat een minimale cognitief-gedragsmatige behandeling van acute en subacute schouderklachten van de kant van de huisarts of de fysiotherapeut chroniciteit kan voorkomen. De veronderstelling is dat een cognitief-gedragsmatige behandeling in de acute en subacute fase van schouderklachten kan voorkomen dat onjuiste cognities en ongewenst pijngedrag ontstaan die het verder herstel kunnen belemmeren. Een intensievere gedragsmatige behandeling door de fysiotherapeut is mogelijk effectief bij de behandeling van chronische schouderklachten. Hierin wordt de patient begeleid zodat hij stapsgewijs de gewenste dagelijkse activiteiten weer kan oppakken en uitbreiden. Het doel is dat de patient minder hinder ondervindt van zijn schouderklachten.

1 citations


Journal ArticleDOI
TL;DR: Hopstaken RM, Nelemans P, Stobberingh EE, Muris JWM, Rinkens PELM, Dinant GJ. as mentioned in this paper conducted an onderzoek with amoxicilline versus roxitromycine.
Abstract: Hopstaken RM, Nelemans P, Stobberingh EE, Muris JWM, Rinkens PELM, Dinant GJ. Behandeling van acute lage-luchtweginfecties in de huisartsenpraktijk. Een dubbelblind, gerandomiseerd onderzoek met amoxicilline versus roxitromycine. Huisarts Wet 2003;46(2):73-9. Doelstelling Het beoordelen van de werkzaamheid van roxitromycine versus amoxicilline. Methode In een dubbelblind gerandomiseerd onderzoek is de werkzaamheid van driemaal daags oraal 500 mg amoxicilline vergeleken met die van eenmaal daags oraal 300 mg roxitromycine gedurende 10 dagen. Honderdzesennegentig volwassenen bij wie de huisarts een lage-luchtweginfectie (LLWI) constateerde, en die naar het oordeel van de arts met een antibioticum dienden te worden behandeld, werden geincludeerd. Uitkomstmaten De klinische genezing werd na 10 (primaire uitkomstmaat) en 28 dagen gemeten, waarbij de respons als volgt werd gedefinieerd: afname van LLWI-klachten; volledig ontbreken van LLWI-klachten; afname van afwijkende bevindingen bij lichamelijk onderzoek en volledig ontbreken van afwijkende bevindingen bij lichamelijk onderzoek. De eindconclusie van de huisarts (genezing ja/nee), bacteriologische genezing, het bijwerkingenprofiel en de therapietrouw werden bepaald. Daarnaast werd de tijd vastgesteld tot de klachten verminderden en verdwenen en de tijd tot hervatting van dagelijkse bezigheden, die geheel of gedeeltelijk achterwege waren gebleven op de dagen 1 tot en met 10, 21 en 27. Resultaten De klinische genezingspercentages na voltooiing van de antibioticumkuur (10 dagen) waren voor de 2 groepen niet significant verschillend. Na 28 dagen bleek in de roxitromycinegroep aan de hand van afname van klachten het genezingspercentage niet te zijn toegenomen. Dit significante verschil veranderde echter niets aan de eindconclusie van de huisartsen na afronding van de follow-up: 90% van de patienten was, ongeacht de leeftijd, effectief behandeld met ofwel amoxicilline ofwel roxitromycine. Conclusies De toegevoegde waarde van roxitromycine werd niet bevestigd. Amoxicilline blijft een betrouwbaar antibioticum van eerste keus bij de behandeling van LLWI in de huisartsenpraktijk.

1 citations