scispace - formally typeset
Search or ask a question

Showing papers in "Netherlands journal of legal philosophy in 2004"





Journal Article
TL;DR: The essay collection The Importance of Ideals as mentioned in this paper is a clarion call from a group of leading Dutch legal scholars and legal and political theorists to take ideals seriously in legal studies and political philosophy.
Abstract: The essay collection, The Importance of Ideals,1 is a clarion call from a group of leading Dutch legal scholars and legal and political theorists to take ideals seriously in legal studies and political philosophy. As the editors, Wibren van der Burg and Sanne Taekema, put it: attention to ideals ‘may help us to understand social reality better’. In particular, they argue that ‘ideal-oriented theory’ must be a part of legal studies.2 The eleven authors are part of a larger group of scholars who cooperated at Tilburg University between 1997 and 2002 in a research programme on ‘The Importance of Ideals in Law, Morality and Politics’. Clearly, the resulting book is the outcome of extensive collaborative work.

2 citations



Journal Article
TL;DR: Scholtens werk op het gebied van het burgerlijk recht en de rechtsmethodologie is wel het bekendst.
Abstract: Het levenswerk van Paul Scholten heeft zich bewogen langs een aantal sporen. Zijn werk op het gebied van het burgerlijk recht en de rechtsmethodologie (het ‘Algemeen Deel’) is wel het bekendst. Op de achtergrond ervan staat zijn werk op rechtsfilosofisch gebied, samengebracht in deel I van zijn Verzamelde Geschriften (hierna te noemen: VG I). En het rechtsfilosofisch oeuvre moet op zijn beurt weer worden gezien tegen de achtergrond van nog drie andere, onder juristen wellicht wat minder bekende elementen van Scholtens werk:1 • veel lezingen over actuele maatschappelijke, politieke en kerkelijke vraagstukken, onder andere voor de NCSV,2 artikelen in tijdschriften als Eltheto, Onze Eeuw, De Schakel (waarvan hij in 1916 met Ph.A. Kohnstamm medeoprichter was),3 Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur, Woord en Wereld en bijdragen aan diverse bundels; alles bijeengebracht in de Verzamelde Geschriften deel II (hierna: VG II); • in WO II ‘een der geestelijke middelpunten van het verzet’;4 R&R 2004 / 3

1 citations



Journal Article
TL;DR: In this article, the authors present a stemming van euforie in Oostbloklanden and OostEuropa, in which wereldwijde opmars van vrede en democratie is het niet gekomen.
Abstract: Begin 1990 heerste in het Westen een stemming van euforie. In OostEuropa was het Sovjetimperium razendsnel ineengestort. In de SovjetUnie zelf was een terugkeer naar de zwartste jaren van onderdrukking dankzij Gorbatsjovs peresjtroïka onwaarschijnlijk geworden. In ZuidAfrika had president F.W. de Klerk oppositieleider Nelson Mandela na een gevangenschap van 27 jaar vrijgelaten en uitgenodigd voor besprekingen over de verdeling van de macht. De oorlog tussen Irak en Iran was geëindigd met een wapenstilstand. In Nicaragua kwam een einde aan de burgeroorlog, nadat de Sandinisten met vrije verkiezingen hadden ingestemd en deze hadden verloren. In Zuidoost-Azië trok Vietnam zich terug uit Cambodja. Een tijd leek te zijn aangebroken waarin de democratie een onstuitbare opmars zou maken en waarin wereldwijde economische en politieke samenwerking en integratie een einde of in ieder geval een zeldzaam verschijnsel zouden maken van oorlog en conflict. In The End of History maakte Francis Fukuyama zich zorgen dat wereldwijde consensus over de zegeningen van vrije markt en democratie zou leiden tot verveling. Helemaal misplaatst is dit optimisme, zoals bekend, niet geweest. Sinds de jaren negentig groeiden voormalige Oostbloklanden en enkele staten die ontstonden na de desintegratie van de Sovjet-Unie, uit tot meer of minder volwaardige democratieën. De betrekkingen tussen het Westen en veel van deze staten kenmerken zich door een mate van politieke, economische en militaire coöperatie en integratie die niemand twintig jaar geleden voor mogelijk had gehouden. Maar tot een wereldwijde opmars van vrede en democratie is het niet gekomen. In augustus 1990 viel het Irakese leger Koeweit binnen, met als resultaat de eerste Golfoorlog van 1991. In hetzelfde jaar begon de burgeroorlog in Joegoslavië en in 1994 de

1 citations




Journal Article
TL;DR: In this paper, we start bij de theorie van volkssoevereiniteit (par. 1), ontleed die via enkele taalfilosofische inzichten, bespreek de diverse posities van de eerste persoon meervoud die erin betrokken zijn.
Abstract: Wetgeving in een democratische rechtsstaat gaat uit van een ‘wij’ – hetzelfde ‘wij’ waarop die wetgeving betrekking heeft. Zinloos is dat inzicht niet, maar diepgaand is het evenmin. Het wordt interessanter als blijkt dat er ten minste vier manieren zijn waarop het woord ‘wij’ bij democratische wetgeving in het spel is. Die blijken verdeeld te liggen over verschillende registers waarin we van representatie kunnen spreken. Wat gerepresenteerd wordt in een democratie is niet enkel dat ‘dezelfde’ mensen de wet maken en de wet gehoorzamen, maar ook dat zij ‘tezamen zichzelf’ de wet stellen. Hoe moeten we die reflexieve vorm van de eerste persoon meervoud begrijpen? Ik begin bij de theorie van de volkssoevereiniteit (par. 1), ontleed die via enkele taalfilosofische inzichten (par. 2) inzake collectieve intentionaliteit, bespreek de diverse posities van de eerste persoon meervoud die erin betrokken zijn (par. 3) en geef enkele voorbeelden die het belang van een dergelijke analyse aantonen (par. 4). Die laatste voorbeelden kunnen ook als inleiding dienen voor degenen die betwijfelen of het in het onderstaande nog wel over actuele problemen gaat. R&R 2004 / 2